Een moeilijke tijd
Het was vooral Jan Beekman die zich het lot aantrok van de jonge weduwe en haar gezin. Hij ging op zoek naar een kappersbediende om de zaak in Grootebroek voort te zetten. Beekman dacht in de
32 jarige Gerard Hardeman, afkomstig uit Buurmalsen, een goede kandidaat gevonden te hebben. Hij was bedreven in het kappersvak en ....van huis uit protestant. Dat laatste was van belang om een beetje afstand te houden tussen de inwonende bediende en de overtuigend katholieke Marie
Kaagman.
Zoals we weten pakte dat heel anders uit. De twee voelden al snel genegenheid voor elkaar.
Op 28 november 1929 trad Marie Kaagman voor de tweede maal in het huwelijk en nu met kapper Gerardus Marius Franciscus Hardeman.
Dit huwelijk bracht vier kinderen, allen dochters, voort. Hun namen zijn:
Maria Francisca (Riet), vernoemd naar moeder Marie.
Cornelia Francisca Maria (Corrie), vernoemd naar tante Cor Kaagman.
Francisca Berendina (Cisca), vernoemd naar de oudere zus Berendina van opa Hardeman.
Anna Maria (Annemiek), vernoemd naar .... *
De drie maal terugkerende naam Francisca bij de kinderen is waarschijnlijk afkomstig van de vader van opa. Die heette Franciscus (Frans) Hardeman.
We spreken nu van de jaren dertig. Er heerste een zware economische crisis en de gevolgen daarvan waren voor iedereen merkbaar. De tuinders in Grootebroek kregen weinig geld voor hun groente, waardoor er ook niet veel te besteden viel. Het kappersbedrijf ondervond dat aan den lijve, de betrekkelijk welvarende periode van de jaren twintig sloeg om in armoede. Er moest met het verdiende geld bij de dag af geleefd worden, zodat soms zelfs voor wisselgeld even bij de buren geleend moest worden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat, zodra de leerplicht voor de kinderen erop zat, zij direct in de zaak konden meehelpen. Dat scheelde een knecht. Zo moest oudste zoon Jaap na de eerste klas van de Mulo, ondanks zijn goede leerprestaties, toch achter de knipstoel. Zelfs het aanbod van de school om de studiekosten te vergoeden kon dat niet tegenhouden.
Jaap werd zodoende in het kappersvak bekwaamd en dat gold ook voor alle daarop volgende kinderen. Zij hielpen thuis mee in de zaak of werden bedienden bij andere kappersbedrijven in de
omgeving. Zo kwam bij kleine beetjes toch het geld binnen om het hoofd boven water te houden.
0 Reacties:
Een reactie posten
<< Home